Supplier en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: supplier, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

smeken, bezweren, bidden, bedelen, schooien, begin, het begin, beg

Mots associés

Autres langues

Mots associés / Définition (def): supplier

renault supplier, supplier anglais, supplier antonymes, supplier development, supplier grammaire, supplier dictionnaire de langue néerlandais, supplier en néerlandais

Traductions

supplication en néerlandais - gebed, verzoek, smeekbede, smeekgebed, smeking, smeken, smeekbeden
supplice en néerlandais - uithouden, terechtstelling, stervensnood, beklemming, plaag, doodsstrijd, doodsangst, ...
supplique en néerlandais - aanvragen, gebed, voorbeeld, pleiten, verzoekschrift, vragen, geval, ...
suppléant en néerlandais - pleitbezorger, inboeten, volmacht, nakomeling, opvolger, subsidiair, verdediger, ...

Mots aléatoires