Surélever en néerlandais
Traduction: surélever, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vooruitgang, verheffen, genaken, ophogen, tillen, vordering, telen, verergeren, dresseren, aanpakken, aandikken, opvoeden, optillen, opkweken, bouwen, voortgang, verhogen, heffen, opheffen, verhoging
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): surélever
surélever antonymes, surélever grammaire, surélever les pieds du lit, surélever lit bébé, surélever mots croisés, surélever dictionnaire de langue néerlandais, surélever en néerlandais
Traductions
- survécus en néerlandais - overleefd, overleefde, overleefden, overleven, het overleefd
- survêtement en néerlandais - trainingspak, spoorkostuum, Trainingsjassen Trainingspakken, het spoorkostuum, trainingspakje
- surélévation en néerlandais - elevatie, verheffing, hoogte, verhoging, aanzicht
- surévaluer en néerlandais - overwaarde, overschatten, overwaarderen, overwaardering, de overwaarde
Mots aléatoires
Surélever en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vooruitgang, verheffen, genaken, ophogen, tillen, vordering, telen, verergeren, dresseren, aanpakken, aandikken, opvoeden, optillen, opkweken, bouwen, voortgang, verhogen, heffen, opheffen, verhoging
Traductions: vooruitgang, verheffen, genaken, ophogen, tillen, vordering, telen, verergeren, dresseren, aanpakken, aandikken, opvoeden, optillen, opkweken, bouwen, voortgang, verhogen, heffen, opheffen, verhoging