Surmener en néerlandais
Traduction: surmener, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afmatten, afbeulen, afjakkeren, overwerk, overwork, overwerken, overwerkt, overbelasting
Autres langues
Mots associés / Définition (def): surmener
surmenage au travail, surmener antonyme, surmener antonymes, surmener conjugaison, surmener dictionnaire, surmener dictionnaire de langue néerlandais, surmener en néerlandais
Traductions
- surin en néerlandais - dolk, Surin, van Surin, in Surin
- surmenage en néerlandais - deun, deuntje, stam, inspanning, wijsje, melodie, ras, ...
- surmené en néerlandais - overspannen, overwrought, overwerkt, te gedetailleerd, overladen
- surmonta en néerlandais - overwon, overwonnen, overwonnen heb, vertellen overwon, ook overwonnen
Mots aléatoires
Surmener en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afmatten, afbeulen, afjakkeren, overwerk, overwork, overwerken, overwerkt, overbelasting
Traductions: afmatten, afbeulen, afjakkeren, overwerk, overwork, overwerken, overwerkt, overbelasting