Surseoir en néerlandais
Traduction: surseoir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opschorting, besnoeiing, aanhouden, verlating, oponthoud, vertragen, achteruitgang, verdaging, verlet, verflauwing, uitstel, vermindering, verschuiven, afslag, korting, rabat, blijven, verblijf, logeren, verblijven, te verblijven
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): surseoir
conjugaison surseoir, de surseoir, surseoir antonymes, surseoir au partage, surseoir conjugaison, surseoir dictionnaire de langue néerlandais, surseoir en néerlandais
Traductions
- sursaturation en néerlandais - vervangen, oververzadiging, supersaturatie, superverzadiging, oververzadiging aanwezig, van oververzadiging
- sursaut en néerlandais - sprong, springen, grap, opspatten, hinkelen, verspuiten, stuiven, ...
- surseyant en néerlandais - opschorting, verdagen, oponthoud, uitstellen, uitstel, verlating, vertragen, ...
- surseyons en néerlandais - verschuiven, verdagen, vertragen, verlet, vertraging, uitstel, aanhouden, ...
Mots aléatoires
Surseoir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opschorting, besnoeiing, aanhouden, verlating, oponthoud, vertragen, achteruitgang, verdaging, verlet, verflauwing, uitstel, vermindering, verschuiven, afslag, korting, rabat, blijven, verblijf, logeren, verblijven, te verblijven
Traductions: opschorting, besnoeiing, aanhouden, verlating, oponthoud, vertragen, achteruitgang, verdaging, verlet, verflauwing, uitstel, vermindering, verschuiven, afslag, korting, rabat, blijven, verblijf, logeren, verblijven, te verblijven