Survivre en néerlandais

Traduction: survivre, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanvoelen, bevoelen, overleven, doormaken, doorleven, standhouden, beleven, betasten, ervaring, gewaarworden, belevenis, ondervinding, gevoelen, te overleven, kunnen overleven, overleef, overleeft
Survivre en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): survivre

balavoine, comment survivre, conjugaison survivre, daniel balavoine, survivre 2012, survivre dictionnaire de langue néerlandais, survivre en néerlandais

Traductions

  • survivez en néerlandais - beleven, doormaken, doorleven, overleven, standhouden, te overleven, kunnen overleven, ...
  • survivons en néerlandais - overleven, doormaken, doorleven, beleven, standhouden, te overleven, kunnen overleven, ...
  • survol en néerlandais - kogelbaan, ontsnapping, gang, vlucht, vliegtocht, rijstrook, zwerm, ...
Mots aléatoires
Survivre en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanvoelen, bevoelen, overleven, doormaken, doorleven, standhouden, beleven, betasten, ervaring, gewaarworden, belevenis, ondervinding, gevoelen, te overleven, kunnen overleven, overleef, overleeft