Tenant en néerlandais

Traduction: tenant, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
eigenschap, vertegenwoordiger, kampioen, goed, voorspreker, eigendom, houder, pleitbezorger, bezitting, verdediger, titelhouder, vermogen, schede, allooi, kwaliteit, foedraal, het nemen, nemen, rekening, nemen van, die
Tenant en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): tenant

a tenant, david tenant, en tenant compte, main tenant, multi tenant, tenant dictionnaire de langue néerlandais, tenant en néerlandais

Traductions

  • tenailles en néerlandais - nijptang, tang, knijptang, pincers, scharen
  • tenancier en néerlandais - huurder, pachter, huurders, tenant, de huurder
  • tendance en néerlandais - beschikking, krom, deun, melodie, tendens, lust, aard, ...
  • tendances en néerlandais - trends, tendensen, ontwikkelingen, ontwikkeling, de ontwikkeling
Mots aléatoires
Tenant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: eigenschap, vertegenwoordiger, kampioen, goed, voorspreker, eigendom, houder, pleitbezorger, bezitting, verdediger, titelhouder, vermogen, schede, allooi, kwaliteit, foedraal, het nemen, nemen, rekening, nemen van, die