Timbre en néerlandais
Traduction: timbre, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gaan, notitie, toon, gezond, muzieknoot, gerucht, nota, port, kleppen, muntstempel, schakering, intonatie, slaan, overgaan, nuance, frankeerzegel, postzegel, stamp, stempel, zegel
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): timbre
acheter timbre fiscal, la poste timbre, le timbre, mon timbre, passeport, timbre dictionnaire de langue néerlandais, timbre en néerlandais
Traductions
- timbale en néerlandais - ketel, pauk, keteltrom, kettledrum, pauken, trom
- timbales en néerlandais - pauken, timpani, pauk, de pauken
- timbre-poste en néerlandais - port, stempel, frankeerzegel, porto, postzegel, muntstempel, frankering, ...
- timbrer en néerlandais - verzegelen, rob, postzegel, muntstempel, porto, frankering, port, ...
Mots aléatoires
Timbre en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gaan, notitie, toon, gezond, muzieknoot, gerucht, nota, port, kleppen, muntstempel, schakering, intonatie, slaan, overgaan, nuance, frankeerzegel, postzegel, stamp, stempel, zegel
Traductions: gaan, notitie, toon, gezond, muzieknoot, gerucht, nota, port, kleppen, muntstempel, schakering, intonatie, slaan, overgaan, nuance, frankeerzegel, postzegel, stamp, stempel, zegel