Tonner en néerlandais
Traduction: tonner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
donder, sputteren, mopperen, bulderen, morren, donderen, daveren, loeien, kankeren, brullen, donderslag, thunder, onweer, de donder
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tonner
avenue francis tonner, cartouche tonner, france tonner, francis tonner, half tonner, tonner dictionnaire de langue néerlandais, tonner en néerlandais
Traductions
- tonnelle en néerlandais - zomerhuisje, zomerhuis, prieel, Arbor, tongewelf, as, arbour
- tonnellerie en néerlandais - kuipersloon, kuiperijhulpmiddelen, kuipen, kuiperij, de kuiperij
- tonnerre en néerlandais - bulderen, donderen, donder, daveren, donderslag, thunder, onweer, ...
- tonsure en néerlandais - tonsuur, tonsuur van, tonsuur aan, tonsuur te
Mots aléatoires
Tonner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: donder, sputteren, mopperen, bulderen, morren, donderen, daveren, loeien, kankeren, brullen, donderslag, thunder, onweer, de donder
Traductions: donder, sputteren, mopperen, bulderen, morren, donderen, daveren, loeien, kankeren, brullen, donderslag, thunder, onweer, de donder