Tonus en néerlandais
Traduction: tonus, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
fut, wilskracht, veerkracht, arbeidsvermogen, spirit, energie, toon, klank, tone, geluid, tonen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tonus
carte tonus, carte tonus sncf, ford tonus, le tonus, manque de tonus, tonus dictionnaire de langue néerlandais, tonus en néerlandais
Traductions
- tonsure en néerlandais - tonsuur, tonsuur van, tonsuur aan, tonsuur te
- tonte en néerlandais - knippen, scheren, snoeien, het scheren, afschuiving, afschuiven, shearing
- topaze en néerlandais - topaas, topaz, Amethist
- topique en néerlandais - tegenwoordig, jargon, plaatselijk, actueel, taaltje, lokaal, actuele, ...
Mots aléatoires
Tonus en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: fut, wilskracht, veerkracht, arbeidsvermogen, spirit, energie, toon, klank, tone, geluid, tonen
Traductions: fut, wilskracht, veerkracht, arbeidsvermogen, spirit, energie, toon, klank, tone, geluid, tonen