Trafiquer en néerlandais
Traduction: trafiquer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
waren, circulatie, koopwaar, handelen, ruilhandel, ruil, koopmanschap, beroep, handelswaar, handel, roulatie, nering, omloop, vak, passage, verkeer, stamper, knoeien, sabotage, tamper, manipuleren
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): trafiquer
compteur electrique, trafiquer antonymes, trafiquer carte d'identité, trafiquer compteur eau, trafiquer compteur edf, trafiquer dictionnaire de langue néerlandais, trafiquer en néerlandais
Traductions
- traficoteur en néerlandais - smokkelaar, sluikhandelaar, violen, fiddles, vedels, strafprocedures, fiedels
- trafiquant en néerlandais - wederverkoper, handelaar, koopman, mensenhandelaar, trafficker, mensenhandelaars, drugshandelaar
- tragique en néerlandais - tragisch, tragische, dramatische, de tragische, dramatisch
- tragiquement en néerlandais - tragisch, tragische, tragische wijze, tragisch genoeg, op tragische wijze
Mots aléatoires
Trafiquer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: waren, circulatie, koopwaar, handelen, ruilhandel, ruil, koopmanschap, beroep, handelswaar, handel, roulatie, nering, omloop, vak, passage, verkeer, stamper, knoeien, sabotage, tamper, manipuleren
Traductions: waren, circulatie, koopwaar, handelen, ruilhandel, ruil, koopmanschap, beroep, handelswaar, handel, roulatie, nering, omloop, vak, passage, verkeer, stamper, knoeien, sabotage, tamper, manipuleren