Tranche en néerlandais
Traduction: tranche, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
brok, gedeelte, homp, bonk, bief, afdeling, verkleinen, schijf, departement, verdeling, sectie, poos, tijd, zetten, baanvak, vak, sneetje, plakje, schijfje, snee, plak
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tranche
impot tranche, la tranche, meteo la tranche, tranche a, tranche a 2014, tranche dictionnaire de langue néerlandais, tranche en néerlandais
Traductions
- tramway en néerlandais - kracht, afdeling, tak, branche, macht, trolley, tram, ...
- tranchant en néerlandais - doordringend, hevig, tekenen, nurks, boord, opgewekt, aanduiden, ...
- trancher en néerlandais - maaien, karbonade, plak, kotelet, houwen, vereenvoudigen, reduceren, ...
- tranches en néerlandais - plakjes, schijfjes, slices, plakken, sneetjes
Mots aléatoires
Tranche en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: brok, gedeelte, homp, bonk, bief, afdeling, verkleinen, schijf, departement, verdeling, sectie, poos, tijd, zetten, baanvak, vak, sneetje, plakje, schijfje, snee, plak
Traductions: brok, gedeelte, homp, bonk, bief, afdeling, verkleinen, schijf, departement, verdeling, sectie, poos, tijd, zetten, baanvak, vak, sneetje, plakje, schijfje, snee, plak