Traversa en néerlandais
Traduction: traversa, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gekruist, gekruiste, overgestoken, kruiste, doorkruist
Autres langues
Mots associés / Définition (def): traversa
traversa 71, traversa antonymes, traversa grammaire, traversa immobilier, traversa immobilier cluny 71, traversa dictionnaire de langue néerlandais, traversa en néerlandais
Traductions
- travaillés en néerlandais - werkte, gewerkt, werkten, samengewerkt, gewerkte
- travers en néerlandais - ruimheid, uitgestrektheid, baan, wijdte, breedte, door, via, ...
- traversai en néerlandais - gekruist, gekruiste, overgestoken, kruiste, doorkruist
- traversant en néerlandais - gang, hal, door, via, doorheen, door middel, door middel van
Mots aléatoires
Traversa en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gekruist, gekruiste, overgestoken, kruiste, doorkruist
Traductions: gekruist, gekruiste, overgestoken, kruiste, doorkruist