Trier en néerlandais
Traduction: trier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opsplitsen, splijten, toelaten, zaak, verwijderen, afzetten, afzonderen, uitzoeken, wegdoen, vergen, classificeren, keus, winkel, doorklieven, achten, wegscheuren, Sorteren, Gesorteerd, Gesorteerd op, uitzoeken van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): trier
a trier, charlotte gainsbourg, club trier, comment trier, lars von trier, trier dictionnaire de langue néerlandais, trier en néerlandais
Traductions
- trie en néerlandais - soorten, allerhande, allerlei, soort, aard
- trient en néerlandais - zeef, schut, scherm, bedekking, kaft, beeldscherm, omslag, ...
- trieur en néerlandais - sorteerder, sorter, sorteermachine, sorteerapparaat, sorteerinrichting
- trieuse en néerlandais - sorteermachine, sorteerder, sorteermachine op
Mots aléatoires
Trier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opsplitsen, splijten, toelaten, zaak, verwijderen, afzetten, afzonderen, uitzoeken, wegdoen, vergen, classificeren, keus, winkel, doorklieven, achten, wegscheuren, Sorteren, Gesorteerd, Gesorteerd op, uitzoeken van
Traductions: opsplitsen, splijten, toelaten, zaak, verwijderen, afzetten, afzonderen, uitzoeken, wegdoen, vergen, classificeren, keus, winkel, doorklieven, achten, wegscheuren, Sorteren, Gesorteerd, Gesorteerd op, uitzoeken van