Tringle en néerlandais
Traduction: tringle, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
staf, stang, versperring, barrière, pijp, afsluiten, paal, schacht, scheidsmuur, gard, spitsroede, roede, stokje, bar, belemmeren, baar, staaf, hengel
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tringle
castorama tringle, double tringle, ikea tringle, ikea tringle rideau, presto, tringle dictionnaire de langue néerlandais, tringle en néerlandais
Traductions
- trimestriel en néerlandais - driemaandelijks, kwartaal, driemaandelijkse, kwartaalbasis, per kwartaal
- trimestriellement en néerlandais - driemaandelijks, kwartaal, driemaandelijkse, kwartaalbasis, per kwartaal
- trinité en néerlandais - drieëenheid, Drievuldigheid, Trinity, drievuldigheids
- trinôme en néerlandais - driespan, trinomiale, trinominale, drieterm, trinomial
Mots aléatoires
Tringle en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: staf, stang, versperring, barrière, pijp, afsluiten, paal, schacht, scheidsmuur, gard, spitsroede, roede, stokje, bar, belemmeren, baar, staaf, hengel
Traductions: staf, stang, versperring, barrière, pijp, afsluiten, paal, schacht, scheidsmuur, gard, spitsroede, roede, stokje, bar, belemmeren, baar, staaf, hengel