Troc en néerlandais

Traduction: troc, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
wisselen, vervanging, verzetting, centrale, beroep, verruilen, verloop, afwisseling, ruil, veranderen, nakomeling, opvolgster, nering, vak, handwerk, kentering, ruilhandel, ruilen, de ruilhandel, barter
Troc en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): troc

covoiturage, france troc, le troc, prems, troc 3000, troc dictionnaire de langue néerlandais, troc en néerlandais

Traductions

  • triées en néerlandais - naargelang, gesorteerd, gesorteerd op Language Weaver
  • triés en néerlandais - naargelang, gesorteerd, gesorteerd op Language Weaver
  • trochée en néerlandais - trochee
  • troglodyte en néerlandais - holbewoner, troglodiet, troglodietendorp, holbewoners
Mots aléatoires
Troc en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: wisselen, vervanging, verzetting, centrale, beroep, verruilen, verloop, afwisseling, ruil, veranderen, nakomeling, opvolgster, nering, vak, handwerk, kentering, ruilhandel, ruilen, de ruilhandel, barter