Trust en néerlandais
Traduction: trust, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
buik, bundelen, vertrouwen, fiducie, verbinden, combineren, vakvereniging, geloof, trust, kartel, corporatie, gilde, het vertrouwen, Vertrouw, vertrouwen van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): trust
antisocial, i trust, i trust you, muttonheads, to trust, trust dictionnaire de langue néerlandais, trust en néerlandais
Traductions
- truquer en néerlandais - nabootsing, verraden, foefje, smeden, vervalsing, wagon, smidse, ...
- truqueur en néerlandais - bocht, boef, misdadiger, jongleur, ellendeling, ploert, bedrog, ...
- trèfle en néerlandais - klaver, clover, klavertje
- très en néerlandais - voorts, bijster, reëel, bovendien, inderdaad, waarachtig, zeer, ...
Mots aléatoires
Trust en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: buik, bundelen, vertrouwen, fiducie, verbinden, combineren, vakvereniging, geloof, trust, kartel, corporatie, gilde, het vertrouwen, Vertrouw, vertrouwen van
Traductions: buik, bundelen, vertrouwen, fiducie, verbinden, combineren, vakvereniging, geloof, trust, kartel, corporatie, gilde, het vertrouwen, Vertrouw, vertrouwen van