Vieillir en néerlandais
Traduction: vieillir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tijdperk, leeftijd, belegen, bezonken, verzwakken, ouderdom, rijp, verdunnen, jaar, de leeftijd
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): vieillir
album florent pagny, application vieillir, bien vieillir, citation vieillir, le bien vieillir, vieillir dictionnaire de langue néerlandais, vieillir en néerlandais
Traductions
- vieillesse en néerlandais - tijdperk, leeftijd, ouderdom, oude leeftijd, oude dag, hoge leeftijd
- vieilli en néerlandais - ouderwets, verouderd, aloud, oud, antiek, leeftijd, oude, ...
- vieillirent en néerlandais - oud, oud worden, worden oud, oud te, verouderen
- vieillis en néerlandais - ouderdom, tijdperk, leeftijd, oud, oude, leeftijd van, de leeftijd
Mots aléatoires
Vieillir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tijdperk, leeftijd, belegen, bezonken, verzwakken, ouderdom, rijp, verdunnen, jaar, de leeftijd
Traductions: tijdperk, leeftijd, belegen, bezonken, verzwakken, ouderdom, rijp, verdunnen, jaar, de leeftijd