Vis-à-vis en néerlandais
Traduction: vis-à-vis, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tegenstander, tegengesteld, tegenstaand, tegenliggend, tegendeel, tegenspeler, tegenpool, tegenover, tegengestelde, vis-a-vis
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): vis-à-vis
vis-à-vis antonymes, vis-à-vis cocoon h. 235 cm, vis-à-vis d'yves-saint-laurent pierre bergé était, vis-à-vis de, vis-à-vis en anglais, vis-à-vis dictionnaire de langue néerlandais, vis-à-vis en néerlandais
Traductions
- virulent en néerlandais - verpestend, scherp, vergiftig, venijnig, giftig, kwaadaardig, virulente, ...
- vis en néerlandais - schroeven, cipier, naaien, schroef, bout, de schroef
- visa en néerlandais - toestaan, toelaten, vergunning, veroorloven, vergunnen, licentie, verlof, ...
- visage en néerlandais - uitzicht, vermetelheid, toestaan, gezicht, lef, kijk, grijns, ...
Mots aléatoires
Vis-à-vis en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tegenstander, tegengesteld, tegenstaand, tegenliggend, tegendeel, tegenspeler, tegenpool, tegenover, tegengestelde, vis-a-vis
Traductions: tegenstander, tegengesteld, tegenstaand, tegenliggend, tegendeel, tegenspeler, tegenpool, tegenover, tegengestelde, vis-a-vis