Viser en néerlandais
Traduction: viser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
strekking, voornemen, frankeerzegel, toeleg, nastreven, bedienen, objectief, plan, bedoelen, schietschijf, doel, rooien, postzegel, mikken, beogen, najagen, bedoeling, streven, doelstelling, teneinde
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): viser
comment viser, faire viser, jeux viser, vise, viser antonymes, viser dictionnaire de langue néerlandais, viser en néerlandais
Traductions
- vise en néerlandais - doelstellingen, doelen, doeleinden, doel, doelstelling
- visent en néerlandais - mikken, strekking, rooien, mikpunt, toeleg, beogen, zin, ...
- viseur en néerlandais - schouwspel, richtmiddel, gezicht, vizier, aanblik, zoeker, gezichtsvermogen, ...
- visez en néerlandais - schietschijf, voornemen, plan, doel, strekking, zin, bedoelen, ...
Mots aléatoires
Viser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: strekking, voornemen, frankeerzegel, toeleg, nastreven, bedienen, objectief, plan, bedoelen, schietschijf, doel, rooien, postzegel, mikken, beogen, najagen, bedoeling, streven, doelstelling, teneinde
Traductions: strekking, voornemen, frankeerzegel, toeleg, nastreven, bedienen, objectief, plan, bedoelen, schietschijf, doel, rooien, postzegel, mikken, beogen, najagen, bedoeling, streven, doelstelling, teneinde