Visitateur en néerlandais
Traduction: visitateur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bezoeker, gast, gasten, Gastenboek, gast van, gastenbeoordelingen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): visitateur
les visiteur, visitateur antonymes, visitateur grammaire, visitateur mots croisés, visitateur signification, visitateur dictionnaire de langue néerlandais, visitateur en néerlandais
Traductions
- visitai en néerlandais - bezocht, bezochte, bezochten, bezoek, een bezoek
- visitant en néerlandais - bezoekende, een bezoek aan, een bezoek, het bezoeken, bezoek aan
- visite en néerlandais - onderzoek, opzoeken, schouwing, studie, visie, schouwspel, bespreken, ...
- visitent en néerlandais - bezoek, opzoeken, afgaan, visite, bezoeken, bezoekje, verblijven
Mots aléatoires
Visitateur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bezoeker, gast, gasten, Gastenboek, gast van, gastenbeoordelingen
Traductions: bezoeker, gast, gasten, Gastenboek, gast van, gastenbeoordelingen