Vivier en néerlandais
Traduction: vivier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vakvereniging, waterplas, kolk, plas, syndicaat, aansluiten, vakbond, vijver, consortium, zwembad, pool, gehandicapten, voor gehandicapten, het zwembad
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): vivier
boulevard vivier merle, camping biscarrosse, camping le vivier, camping vivier, camping vivier biscarrosse, vivier dictionnaire de langue néerlandais, vivier en néerlandais
Traductions
- vivent en néerlandais - wonen, levend, resideren, levendig, huizen, leven, standhouden, ...
- vivez en néerlandais - levendig, wonen, resideren, levend, huizen, leven, standhouden, ...
- vivifia en néerlandais - levend, versnelde, versneld, levend gemaakt, bezield
Mots aléatoires
Vivier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vakvereniging, waterplas, kolk, plas, syndicaat, aansluiten, vakbond, vijver, consortium, zwembad, pool, gehandicapten, voor gehandicapten, het zwembad
Traductions: vakvereniging, waterplas, kolk, plas, syndicaat, aansluiten, vakbond, vijver, consortium, zwembad, pool, gehandicapten, voor gehandicapten, het zwembad