Vrai en néerlandais

Traduction: vrai, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
geschikt, rechtstreeks, precisie, trouwhartig, overeind, heus, eigenlijk, steevast, praktisch, doeltreffend, zuiver, accuratesse, goed, recht, bedenkelijk, waarachtig, echt, reëel, werkelijk, echte, real
Vrai en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): vrai

histoire vrai, le vrai, nrj 12, nrj12, nrj12 tellement vrai, vrai dictionnaire de langue néerlandais, vrai en néerlandais

Traductions

  • voûté en néerlandais - gewelfd, gewelfde, overwelfde, de gewelfde
  • vrac en néerlandais - massa, meerderjarigheid, grootte, gros, bestek, meerderheid, merendeel, ...
  • vraiment en néerlandais - heus, waarlijk, volstrekt, wezenlijk, zeker, vooral, zeer, ...
  • vraisemblable en néerlandais - uitvoerbaar, zeker, vermoedelijk, waarschijnlijk, wel, allicht, aannemelijk, ...
Mots aléatoires
Vrai en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: geschikt, rechtstreeks, precisie, trouwhartig, overeind, heus, eigenlijk, steevast, praktisch, doeltreffend, zuiver, accuratesse, goed, recht, bedenkelijk, waarachtig, echt, reëel, werkelijk, echte, real