Abito in olandese
Traduzione: abito, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
set, kostuum, stel, complet, verloop, voegen, gewaad, gerechtszaak, rechtsgeding, uitkomen, passen, stelletje, klederdracht, schikken, dracht, deugen, jurk, kleding, dress, jurkje, kleden
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: abito
abiti da sposa, abiti sposa, abito antonimi, abito belen, abito blu, abito dizionario di lingua olandese, abito in olandese
Traduzioni
- abitare in olandese - huizen, leven, levend, levendig, wonen, standhouden, resideren, ...
- abitazione in olandese - onderdak, toneelwezen, bewoning, toneel, kwartier, huishouding, logies, ...
- abituale in olandese - algemeen, park, gebruikelijk, plat, gewoon, alledaags, gemeenschappelijk, ...
- abitualmente in olandese - gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen
Parole a caso
Abito in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: set, kostuum, stel, complet, verloop, voegen, gewaad, gerechtszaak, rechtsgeding, uitkomen, passen, stelletje, klederdracht, schikken, dracht, deugen, jurk, kleding, dress, jurkje, kleden
Traduzioni: set, kostuum, stel, complet, verloop, voegen, gewaad, gerechtszaak, rechtsgeding, uitkomen, passen, stelletje, klederdracht, schikken, dracht, deugen, jurk, kleding, dress, jurkje, kleden