Fama in olandese
Traduzione: fama, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
beroemdheid, befaamdheid, roep, noemen, naamwoord, gerucht, roepen, benaming, mare, benoemen, glorie, naam, vermaardheid, roem, faam, heten, bekendheid, fame, beroemd
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: fama
by fama, fama antonimi, fama coniugazione, fama cruciverba, fama definizione, fama dizionario di lingua olandese, fama in olandese
Traduzioni
- falsificazione in olandese - nabootsing, namaak, vervalsing, navolging, vals, vervalsingen, vervalsen, ...
- falso in olandese - foutief, bedrieglijk, hybridisch, mis, loos, verkeerd, fout, ...
- fame in olandese - honger, hongersnood, geeuwhonger, hongeren, de honger, van honger, honger te
- famiglia in olandese - huizen, woning, schouwburg, huis, huiswaarts, geslacht, thuis, ...
Parole a caso
Fama in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: beroemdheid, befaamdheid, roep, noemen, naamwoord, gerucht, roepen, benaming, mare, benoemen, glorie, naam, vermaardheid, roem, faam, heten, bekendheid, fame, beroemd
Traduzioni: beroemdheid, befaamdheid, roep, noemen, naamwoord, gerucht, roepen, benaming, mare, benoemen, glorie, naam, vermaardheid, roem, faam, heten, bekendheid, fame, beroemd