Famiglia in olandese
Traduzione: famiglia, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
huizen, woning, schouwburg, huis, huiswaarts, geslacht, thuis, logies, familie, categorie, theater, toneelwezen, gezin, huishouden, kwartier, tehuis, familiebericht, een familie, families
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: famiglia
casa famiglia, eni, eni famiglia, famiglia addams, famiglia agnelli, famiglia dizionario di lingua olandese, famiglia in olandese
Traduzioni
- fama in olandese - beroemdheid, befaamdheid, roep, noemen, naamwoord, gerucht, roepen, ...
- fame in olandese - honger, hongersnood, geeuwhonger, hongeren, de honger, van honger, honger te
- famigliare in olandese - kameraad, partner, makker, vertrouwd, kornuit, maat, gezin, ...
- familiare in olandese - maat, gezin, geslacht, partner, kameraad, makker, huishouding, ...
Parole a caso
Famiglia in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: huizen, woning, schouwburg, huis, huiswaarts, geslacht, thuis, logies, familie, categorie, theater, toneelwezen, gezin, huishouden, kwartier, tehuis, familiebericht, een familie, families
Traduzioni: huizen, woning, schouwburg, huis, huiswaarts, geslacht, thuis, logies, familie, categorie, theater, toneelwezen, gezin, huishouden, kwartier, tehuis, familiebericht, een familie, families