Ospitare in olandese
Traduzione: ospitare, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
opvangen, toelaten, dienen, toegeven, toucheren, moeten, zullen, bekennen, binnenlaten, recipiëren, opnemen, aanvaarden, krijgen, aannemen, accepteren, behoren, accommoderen, geschikt voor, tegemoet, tegemoet te, biedt plaats
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: ospitare
ospitare antonimi, ospitare bambini bielorussi, ospitare coniugazione, ospitare cruciverba, ospitare definizione, ospitare dizionario di lingua olandese, ospitare in olandese
Traduzioni
- ospitalità in olandese - gastvrijheid, hospitality, horeca, de gastvrijheid
- ospitante in olandese - gastheer, logementhouder, waard, herbergier, ontvangende, ontvangst, samen, ...
- ospite in olandese - logé, waard, gastheer, herbergier, logementhouder, gast, gasten, ...
- ospizio in olandese - toevluchtsgebied, schuilplaats, logement, asiel, herberg, toevluchtsoort, vluchtheuvel, ...
Parole a caso
Ospitare in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: opvangen, toelaten, dienen, toegeven, toucheren, moeten, zullen, bekennen, binnenlaten, recipiëren, opnemen, aanvaarden, krijgen, aannemen, accepteren, behoren, accommoderen, geschikt voor, tegemoet, tegemoet te, biedt plaats
Traduzioni: opvangen, toelaten, dienen, toegeven, toucheren, moeten, zullen, bekennen, binnenlaten, recipiëren, opnemen, aanvaarden, krijgen, aannemen, accepteren, behoren, accommoderen, geschikt voor, tegemoet, tegemoet te, biedt plaats