Usare in olandese - Traduzione / Dizionario italiano

Traduzione: usare, Dizionario: italiano » olandese

Lingua di partenza:

italiano

Lingua di destinazione:

olandese

Traduzioni:

usance, doelstelling, toepassing, benutten, gebruik, ambt, plaats, doel, aanwerven, betrekking, zetten, gewoonte, aandoen, toepassen, tewerkstellen, werkkring, gebruiken, het gebruik, gebruikt

Parole correlate

usance in italiano

doelstelling in italiano

toepassing in italiano

aanwerven in italiano

betrekking in italiano

zetten in italiano

gewoonte in italiano

aandoen in italiano

toepassen in italiano

tewerkstellen in italiano

werkkring in italiano

Altre lingue

Parole correlate: usare

come, come usare, come usare facebook, come usare torrent, photoshop, usare dizionario di lingua olandese, usare in olandese

Traduzioni

urto in olandese - botsen, choqueren, veeg, stoot, klets, kloppen, schokken, ...
usanza in olandese - douane, hebbelijkheid, gewoonte, aanwensel, gebruik, usance, zede, ...
usciere in olandese - deurwaarder, zaalwachter, Usher, inluiden, ceremoniemeester
uscio in olandese - deur, portier, de deur, voordeur, deur van

Parole a caso

modulazione in inglese

molti in inglese

parimenti in inglese

ritrosia in inglese

scolastica in inglese

taxi in inglese

museruola in inglese

Usare in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: usance, doelstelling, toepassing, benutten, gebruik, ambt, plaats, doel, aanwerven, betrekking, zetten, gewoonte, aandoen, toepassen, tewerkstellen, werkkring, gebruiken, het gebruik, gebruikt