Woord: bewapenen

Verwante woorden: bewapenen

beton wapenen, beveiligers bewapenen, bewapenen antoniemen, bewapenen grammatica, bewapenen letters, bewapenen puzzelwoord, brinks bewapenen, definitie bewapenen, fundering wapenen, geldlopers wapenen, wapenen betekenis, wapenen in engels, wapenen synoniem, wapenen tegen inbrekers

Synoniem: bewapenen

wapenen, zich wapenen, beslaan, pantseren

Puzzelwoord: bewapenen

Puzzelwoord - Statistieken:
Aantal letters - bewapenen: 9
Aantal medeklinkers: 5
Aantal klinkers: 4

Vertalingen: bewapenen

bewapenen in het engels

Woordenboek:
engels
Vertalingen:
arm, arming, to arm

bewapenen in het spaans

Woordenboek:
spaans
Vertalingen:
brazo, arma, brazo de, el brazo, del brazo, brazos

bewapenen in het duits

Woordenboek:
duits
Vertalingen:
waffe, armlehne, bewaffnen, ärmel, arm, zweigniederlassung, rüsten, abzweigung, lehne, Arm, Arms, Armes, den Arm

bewapenen in het frans

Woordenboek:
frans
Vertalingen:
armez, succursale, bras, engin, pauvre, levier, arment, armons, appui, armer, épaule, branche, arme, main, s'armer, manche, le bras, bras de, dépendance

bewapenen in het italiaans

Woordenboek:
italiaans
Vertalingen:
bracciolo, arma, armare, ramo, braccio, braccio di, il braccio, del braccio, un braccio

bewapenen in het portugees

Woordenboek:
portugees
Vertalingen:
sucursal, armas, braço, filial, arma, braço de, o braço, do braço, braços

bewapenen in het russisch

Woordenboek:
russisch
Vertalingen:
мышка, рукав, подлокотник, сила, ручка, вооружить, плечо, вооружаться, доспехи, взводить, рукоятка, ветвь, вооружать, рука, стрела, власть, рычаг, кронштейн

bewapenen in het noors

Woordenboek:
noors
Vertalingen:
våpen, arm, armen, ermet

bewapenen in het zweeds

Woordenboek:
zweeds
Vertalingen:
rusta, arm, vapen, beväpna, armen, arms, armens

bewapenen in het fins

Woordenboek:
fins
Vertalingen:
haarakonttori, sivuliike, haaraliike, aseistaa, käsivarsi, varustella, aselaji, ase, haara, varsi, varren, käsi, arm

bewapenen in het deens

Woordenboek:
deens
Vertalingen:
arm, våben, armen

bewapenen in het tsjechisch

Woordenboek:
tsjechisch
Vertalingen:
paže, zbraň, páka, ruka, zbrojit, ozbrojit, vyzbrojit, rameno, opěradlo, ramene, ramena

bewapenen in het pools

Woordenboek:
pools
Vertalingen:
uzbroić, odnoga, ręka, zbroić, broń, poręcz, oparcie, konar, dźwignia, uzbrajać, plecy, ramię, ramienia, arm, ramieniem

bewapenen in het hongaars

Woordenboek:
hongaars
Vertalingen:
folyóág, fegyvernem, ruhaujj, elágazás, kar, karját, karja, karban, karon

bewapenen in het turks

Woordenboek:
turks
Vertalingen:
gol, kol, kolu, kollu, kolunun, kolun

bewapenen in het grieks

Woordenboek:
grieks
Vertalingen:
όπλο, μπράτσο, χέρι, βραχίονα, βραχίονας, σκέλος

bewapenen in het oekraïens

Woordenboek:
oekraïens
Vertalingen:
владу, зброя, віття, сила, ручка, влада, рука, руку

bewapenen in het albanees

Woordenboek:
albanees
Vertalingen:
krah, krahu, krahun, krahun e, krahu i

bewapenen in het bulgaars

Woordenboek:
bulgaars
Vertalingen:
оръжие, ръка, рамо, ръката, за ръка, на ръката

bewapenen in het wit-russisch

Woordenboek:
wit-russisch
Vertalingen:
рука

bewapenen in het ests

Woordenboek:
ests
Vertalingen:
relv, kodar, käsi, käe, arm, käsivarre, haru

bewapenen in het kroatisch

Woordenboek:
kroatisch
Vertalingen:
rukavac, grana, naoružati, dio, ručica, kateta, ruka, ruku, krak, arm, za ruku

bewapenen in het ijslands

Woordenboek:
ijslands
Vertalingen:
handleggur, vopna, armur, handlegg, handlegginn, armlegg, armleggur

bewapenen in het latijn

Woordenboek:
latijn
Vertalingen:
bracchium

bewapenen in het litouws

Woordenboek:
litouws
Vertalingen:
ranka, ginklas, apginkluoti, petys, rankos, arm, ranką

bewapenen in het lets

Woordenboek:
lets
Vertalingen:
roka, ierocis, rokas, roku, arm, rokas atbalsts

bewapenen in het macedonisch

Woordenboek:
macedonisch
Vertalingen:
АРМ, рака, раката

bewapenen in het roemeens

Woordenboek:
roemeens
Vertalingen:
braţ, armă, braț, brațul, brat, bratul, brațului

bewapenen in het sloveens

Woordenboek:
sloveens
Vertalingen:
ruka, paže, roka, arm, roko, ročica, krak, veja

bewapenen in het slovaaks

Woordenboek:
slovaaks
Vertalingen:
rameno, ruka, paža, paže, ruky, ramena, ramená
Willekeurige woorden