Учител in het nederlands

ученик in het nederlands - leerjongen, student, studenten, leerling
училище in het nederlands - leerschool, school, kunstrichting, schoolgroep, de school, scholen, schoolgebouw
учреждение in het nederlands - stichten, vestiging, gesticht, instellen, instituut, instelling, kostschool, ...
учтивия in het nederlands - beleefd, beleefd was, vriendelijk, beleefde

Willekeurige woorden

aardmannetje

gruwelijk

aanzijn in het engels

gedogen in het engels

nachtvlinder in het engels

nagel in het engels

onderricht in het engels

situatie in het engels

vruchteloos in het engels

Учител in het nederlands - Woordenboek: bulgaars » nederlands
Vertalingen: lerares, instructeur, onderwijzeres, schooljuffrouw, onderwijzer, leraar, schoolmeester, leerkracht, docent