Årstid in het nederlands

Vertaling: årstid, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afstemmen, monteren, aanpassen, adapteren, kruiden, seizoen, jaargetijde, aanbrengen, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen
Årstid in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • årsag in het nederlands - beleggen, veroorzaken, aanrichten, aandoen, reden, redelijkheid, verstand, ...
  • årstal in het nederlands - datering, dadel, afspraak, dagtekening, datum, dactylus, jaar
  • årti in het nederlands - decennium, tien jaar, tien, decennia
  • årtusinde in het nederlands - millennium, millenniumdoelstellingen voor, millenium, het Millennium, millennium voor
Willekeurige woorden
Årstid in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: afstemmen, monteren, aanpassen, adapteren, kruiden, seizoen, jaargetijde, aanbrengen, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen