Ægtepar in het nederlands

Vertaling: ægtepar, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
echtelieden, tweetal, stelletje, duo, koppel, echtpaar, paar, stel, span, gehuwd paar, getrouwd koppel, getrouwd stel, getrouwd paar
Ægtepar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ægtefælle in het nederlands - echtgenote, man, echtgenoot, eega, paren, partner
  • ægtemand in het nederlands - gemaal, eega, man, echtgenoot
  • ægteskab in het nederlands - huwelijk, echtverbintenis, echt, het huwelijk, een huwelijk
  • ægteskabsbrud in het nederlands - overspel, echtbreuk, van overspel, ontucht
Willekeurige woorden
Ægtepar in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: echtelieden, tweetal, stelletje, duo, koppel, echtpaar, paar, stel, span, gehuwd paar, getrouwd koppel, getrouwd stel, getrouwd paar