Afgang in het nederlands
Vertaling: afgang, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uittocht, vertrek, afrit, afvaart, vertrekdatum, verblijf, het vertrek, vertrekpunt
Vertalingen
- affære in het nederlands - ding, affaire, aangelegenheid, zaak, spul, verhouding
- afføring in het nederlands - kruk, taboeret, ontlasting, krukjes, krukken, barkrukken, stoelgang
- afgrund in het nederlands - kolk, afgrond, kloof, diepte, abyss, peilloze diepte
- afgrøde in het nederlands - opbrengst, gewas, oogsten, oogst, gewassen, teelt, plantaardige
Willekeurige woorden
Afgang in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: uittocht, vertrek, afrit, afvaart, vertrekdatum, verblijf, het vertrek, vertrekpunt
Vertalingen: uittocht, vertrek, afrit, afvaart, vertrekdatum, verblijf, het vertrek, vertrekpunt