Afspærring in het nederlands
Vertaling: afspærring, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
versperring, afsluiting, hek, slagboom, barrière, heining, isolatie, isolering, isolement, geïsoleerd, isoleren
Verwante woorden
Vertalingen
- afslå in het nederlands - afslaan, weigeren, neerdaling, afwijzen, bedanken, afkeuren, verwerpen, ...
- afsløre in het nederlands - onthullen, ontwikkelen, blootleggen, openbaren, blijkt, tonen, te onthullen
- afstand in het nederlands - afstand, eind, verte, Straal, Afstand tot, loopafstand
- aftale in het nederlands - afspraak, overeenstemming, verband, medegevoel, aanstelling, verbintenis, omgang, ...
Willekeurige woorden
Afspærring in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: versperring, afsluiting, hek, slagboom, barrière, heining, isolatie, isolering, isolement, geïsoleerd, isoleren
Vertalingen: versperring, afsluiting, hek, slagboom, barrière, heining, isolatie, isolering, isolement, geïsoleerd, isoleren