Angå in het nederlands

Vertaling: angå, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
affaire, zaak, belang, zorgvuldigheid, bekommernis, zorg, aangelegenheid, ding, betreffen, bezorgdheid, betrekking
Angå in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • angriber in het nederlands - aanrander, aanvaller, aanval, aanslag, aanvallen, attack, aanval over
  • angst in het nederlands - schromen, benauwdheid, vrees, zielsangst, vrezen, beklemming, duchten, ...
  • ankel in het nederlands - enkel, enkels, de enkel, enkelblessure
  • anker in het nederlands - anker, anchor, voor anker, ankerlier, het anker
Willekeurige woorden
Angå in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: affaire, zaak, belang, zorgvuldigheid, bekommernis, zorg, aangelegenheid, ding, betreffen, bezorgdheid, betrekking