Angre in het nederlands

Vertaling: angre, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
sparen, ontzien, leedwezen, spijten, spijt, betreuren, bejammeren, berouwen, berouw hebben, bekeren, berouw, zich bekeren
Angre in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anekdote in het nederlands - anekdote, anecdote
  • anfører in het nederlands - aanvoerder, bevelhebber, commandant, staten, toestanden, landen, lidstaten
  • angreb in het nederlands - offensief, aanval, aangrijpen, binnengaan, entree, aanvallen, intrede, ...
  • angribe in het nederlands - aanval, bestorming, aantasten, tackelen, stormloop, vlaag, aanranden, ...
Willekeurige woorden
Angre in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: sparen, ontzien, leedwezen, spijten, spijt, betreuren, bejammeren, berouwen, berouw hebben, bekeren, berouw, zich bekeren