Boss in het nederlands

Vertaling: boss, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hoofd, patroon, baas, aanvoerder, gebieder, hoofd-, opperhoofd, meester, chef, heer, kapitaal, voornaamste, Stichter, Stichter Ons, Boss
Boss in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • borgmester in het nederlands - burgervader, burgemeester, Mayor, burgemeester van, de burgemeester
  • bort in het nederlands - over, verwijderd, vandoor, heen, weg, afstand, weg te, ...
  • bosættelse in het nederlands - akkoord, dorp, kolonie, kolonisatie, plaats, overeenstemming, nederzetting, ...
  • botanik in het nederlands - plantkunde, botanie, botanisch, botanische, Bloemen en planten, botanica, Botanical
Willekeurige woorden
Boss in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: hoofd, patroon, baas, aanvoerder, gebieder, hoofd-, opperhoofd, meester, chef, heer, kapitaal, voornaamste, Stichter, Stichter Ons, Boss