Brug in het nederlands

Vertaling: brug, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
plaats, leggen, betrachten, aanwending, werkkring, zetten, douane, zede, drillen, doelwit, doelstelling, benutten, usance, oefenen, baan, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing
Brug in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brudgom in het nederlands - verloofde, galant, bruidegom, Groom, de Bruidegom, van de Bruidegom, de Bruidegom van
  • brudstykke in het nederlands - brok, item, deeltje, jaartelling, deel, fragment, fragmentarisch, ...
  • bruge in het nederlands - werk, aanwenden, gebruik, aanwerven, benutten, besteden, tewerkstelling, ...
  • brumme in het nederlands - sputteren, mopperen, morren, kankeren, grommen, grom, growl, ...
Willekeurige woorden
Brug in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: plaats, leggen, betrachten, aanwending, werkkring, zetten, douane, zede, drillen, doelwit, doelstelling, benutten, usance, oefenen, baan, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing