Check in het nederlands
Vertaling: check, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
cheque, beteugelen, betomen, bedwingen, controleren, checken, controle, nagaan, te controleren
Verwante woorden
Vertalingen
- chance in het nederlands - tref, bof, geluk, incidenteel, kans, uitzicht, gebeuren, ...
- chauffør in het nederlands - bestuurder, conducteur, chauffeur, driver, stuurprogramma
- chef in het nederlands - voornaamste, opperste, superieur, gebieder, hoofd-, chef, patroon, ...
- chok in het nederlands - opschudden, schokken, ruk, kwetsen, schudden, choqueren, schok, ...
Willekeurige woorden
Check in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: cheque, beteugelen, betomen, bedwingen, controleren, checken, controle, nagaan, te controleren
Vertalingen: cheque, beteugelen, betomen, bedwingen, controleren, checken, controle, nagaan, te controleren