Håndtag in het nederlands

Vertaling: håndtag, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
steel, pakken, koffer, mennen, kruk, handkoffer, aangrijpen, dirigeren, beheren, klink, valies, hengsel, toedienen, richten, grijpen, besturen, handvat, behandelen, handgreep, hanteren, omgaan
Håndtag in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • håndled in het nederlands - pols, handwortel, de pols, polsen, pols te, polsgewricht
  • håndskrift in het nederlands - schriftuur, geschrift, handschrift, handschriftherkenning, Handwriting, het handschrift, Schrifturen
  • håndværker in het nederlands - ambachtsman, vakman, handwerksman, ambachtelijke, craftsman
  • hår in het nederlands - haren, haardos, haar, hair, het haar
Willekeurige woorden
Håndtag in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: steel, pakken, koffer, mennen, kruk, handkoffer, aangrijpen, dirigeren, beheren, klink, valies, hengsel, toedienen, richten, grijpen, besturen, handvat, behandelen, handgreep, hanteren, omgaan