Hane in het nederlands

Vertaling: hane, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
haan, pik, leuter, kraan, tapkraan, tap, snikkel, jongeheer, aanboren, Rooster, de Haan, haan van, van de haan
Hane in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • handling in het nederlands - bedrijf, uitwerken, bedrijven, activiteit, verrichting, handeling, toedoen, ...
  • handske in het nederlands - handschoen, handschoenen, hand schoen, handschoenmateriaal, handschoenenkastje
  • hank in het nederlands - mennen, klink, beheren, dirigeren, handvat, kruk, pakken, ...
  • hans in het nederlands - haar, zijn, z'n, van zijn, hij
Willekeurige woorden
Hane in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: haan, pik, leuter, kraan, tapkraan, tap, snikkel, jongeheer, aanboren, Rooster, de Haan, haan van, van de haan