Hvad in het nederlands
Vertaling: hvad, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
welk, hetgeen, wat, dat, welke, hoe, waar, wat er
Vertalingen
- husstand in het nederlands - gezin, huishouden, toneel, huis, pand, thuis, kwartier, ...
- hustru in het nederlands - vrouw, echtgenote, gemalin, eega, huisvrouw, vrouw van, de vrouw
- hval in het nederlands - walvis, walvissen, van walvissen, whale, walvissen te
- hvalros in het nederlands - walrus, walrussen, van Walrussen, Walrussen van, De walrussen
Willekeurige woorden
Hvad in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: welk, hetgeen, wat, dat, welke, hoe, waar, wat er
Vertalingen: welk, hetgeen, wat, dat, welke, hoe, waar, wat er