Instruktør in het nederlands

Vertaling: instruktør, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:

deens

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

schooljuffrouw, bestuurder, directeur, lerares, leerkracht, schoolmeester, instructeur, onderwijzer, leraar, onderwijzeres, beheerder, administrateur, docent, instructor

Verwante woorden

schooljuffrouw in het deens

bestuurder in het deens

directeur in het deens

lerares in het deens

leerkracht in het deens

schoolmeester in het deens

instructeur in het deens

onderwijzer in het deens

leraar in het deens

onderwijzeres in het deens

beheerder in het deens

administrateur in het deens

Vertalingen

institut in het nederlands - gesticht, instellen, kostschool, inrichting, stichten, instituut, Institute, ...
institution in het nederlands - instelling, vestiging, etablissement, institutie, orgaan, instituut, instellingen
instrument in het nederlands - middel, akte, instrumenten, apparaat
instrumentalist in het nederlands - toonkunstenaar, musicus, speelman, muzikant, instrumentist, instrumentalistische

Willekeurige woorden

oorspronkelijk in het engels

strafheid in het engels

titel in het engels

Instruktør in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: schooljuffrouw, bestuurder, directeur, lerares, leerkracht, schoolmeester, instructeur, onderwijzer, leraar, onderwijzeres, beheerder, administrateur, docent, instructor