Lære in het nederlands
Vertaling: lære, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afwennen, afleren, instrueren, leren, vernemen, aanleren, te leren, leer, leert, weten
Verwante woorden
Vertalingen
- længde in het nederlands - lengte, langdurigheid, duur, lengte van, lang, de lengte
- lænke in het nederlands - ketting, keten, link, koppeling, verband, verbinding, klikken
- lærer in het nederlands - leerkracht, instructeur, schoolmeester, onderwijzeres, leraar, onderwijzer, lerares, ...
- lærestreg in het nederlands - les, lesje, lessen, de les, les die
Willekeurige woorden
Lære in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: afwennen, afleren, instrueren, leren, vernemen, aanleren, te leren, leer, leert, weten
Vertalingen: afwennen, afleren, instrueren, leren, vernemen, aanleren, te leren, leer, leert, weten