Når in het nederlands
Vertaling: når, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
als, wanneer, toen, terwijl, bij, bij het
Vertalingen
- nåde in het nederlands - sierlijkheid, bevalligheid, gratie, gunst, genade, handelszaak, sieren, ...
- nål in het nederlands - speld, kompasnaald, naald, de naald, nld, de nld, naalden
- næb in het nederlands - bek, snater, snavel, tuit, vogelbek, neb, de snavel
- næbdyr in het nederlands - Platypus, vogelbekdier, Vogelbekdieren, van vogelbekdieren, van Platypus
Willekeurige woorden
Når in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: als, wanneer, toen, terwijl, bij, bij het
Vertalingen: als, wanneer, toen, terwijl, bij, bij het