Nummer in het nederlands

nul in het nederlands - niemendal, geen, niks, nihil, niets, nul, niemand, ...
numismatik in het nederlands - numismatiek, muntkunde, numismatics, de numismatiek, muntstuk numismatics
nummerere in het nederlands - nummer, getal, tal, item, cijfer, numero, aantal, ...
nutid in het nederlands - cadeau, binnenleiden, toekennen, gunnen, wijzen, invoeren, tentoonspreiden, ...

Willekeurige woorden

blijheid

doodsstrijd

klaarspelen in het engels

rusteloosheid in het engels

veredelen in het engels

wederkeer in het engels

Nummer in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: aantal, grootte, nummer, item, cijfer, uitgebreidheid, maat, tal, getal, omvang, numero, bestek, het aantal