Rumpe in het nederlands

rumme in het nederlands - behelzen, omvatten, bevatten, inhouden, ruim, ruime, grote, ...
rummet in het nederlands - wereldruim, ruimte, bestek, speling, de ruimte, space, herdenkingsruimte, ...
rumpilot in het nederlands - astronaut, ruimtevaarder, space-piloot, ruimtepiloot, plaatst proefSteven uit, plaatst proefSteven, plaatst proefSteven uit elkaar
rund in het nederlands - afronden, rondmaken, ronde, kring, rondschrijven, rond, circulaire, ...

Willekeurige woorden

exact

examen

palissade in het engels

peterselie in het engels

pies in het engels

vermaken in het engels

wurm in het engels

Rumpe in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: vagebond, zitvlak, bips, mikpunt, bibs, gat, zwerver, doel, landloper, achterste, sigaret, kont