Søn in het nederlands

Vertaling: søn, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
knaap, jongen, zoon, de zoon, zoon van, son
Søn in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • søm in het nederlands - draadnagel, spijker, nagelen, nagel, spijkeren, nail, namen, ...
  • sømand in het nederlands - janmaat, zeevaarder, zeeman, schipper, varensgezel, matroos, zeiler, ...
  • søndre in het nederlands - zuidelijk, zuidelijke, Zuid, zuiden
  • sørgelig in het nederlands - betreurenswaardig, bedroefd, treurig, somber, jammerlijk, donker, verdrietig, ...
Willekeurige woorden
Søn in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: knaap, jongen, zoon, de zoon, zoon van, son