Tage in het nederlands

Vertaling: tage, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wegdoen, krijgen, uittrekken, genieten, ontvangst, rekenen, nagaan, vergen, opheffen, halen, afzetten, afschaffen, aannemen, verwekken, bezetten, beslaan, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt
Tage in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • tabu in het nederlands - taboe, taboo, taboes, een taboe, het taboe
  • tag in het nederlands - kap, overkapping, dak, label, markering
  • tagrende in het nederlands - goot, dakgoot, gutter, de goot, rugmarge
  • tak in het nederlands - tand, dankjewel, dank u, dank je, bedankt, dankt u
Willekeurige woorden
Tage in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: wegdoen, krijgen, uittrekken, genieten, ontvangst, rekenen, nagaan, vergen, opheffen, halen, afzetten, afschaffen, aannemen, verwekken, bezetten, beslaan, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt