Tit in het nederlands

Vertaling: tit, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
veelal, vaak, dikwijls, menigmaal, veel, gedurig, meestal, vaker
Tit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • tin in het nederlands - tin, blikken, tinnen, blik, blikje
  • ting in het nederlands - goedje, bepaling, artikel, doel, aangelegenheid, doelwit, honk, ...
  • titan in het nederlands - titanium, titaan, titaan-, van titanium
  • titel in het nederlands - rubriek, onderschrift, graad, titel, betitelen, titelen, kop, ...
Willekeurige woorden
Tit in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: veelal, vaak, dikwijls, menigmaal, veel, gedurig, meestal, vaker