Ubehag in het nederlands
Vertaling: ubehag, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hekel, antipathie, tegenzin, afkeer, ongemak, ongemakken, pijn, onbehagen, hinder
Vertalingen
- uafhængighed in het nederlands - onafhankelijkheid, de onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onafhankelijk, onafhankelijkheid van
- uagtsomhed in het nederlands - nalatigheid, veronachtzamen, nonchalance, schuld, nalatigheden, onachtzaamheid, nalatigheid van
- ud in het nederlands - vanaf, uit, door, van, wegens, sedert, buiten, ...
- udbrud in het nederlands - uitbarsting, barsten, scheuren, splijten, het uitbreken, uitbraak, uitbreken
Willekeurige woorden
Ubehag in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: hekel, antipathie, tegenzin, afkeer, ongemak, ongemakken, pijn, onbehagen, hinder
Vertalingen: hekel, antipathie, tegenzin, afkeer, ongemak, ongemakken, pijn, onbehagen, hinder